ECLI:NL:HR:2003:AO0648
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- J.C. van Oven
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen met betrekking tot kapitaalverzekering
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 29 maart 2002, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 1997. De aanslag was opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 51.945, en na bezwaar was deze door de Inspecteur gehandhaafd. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarna belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat belanghebbende een gemengde kapitaalverzekering had afgesloten bij A N.V., die op 31 december 1998 expireerde. Bij deze verzekering ontving belanghebbende een uitkering van ƒ 1.639.431. De vraag die in cassatie aan de orde was, was of de rente die in verband met de financiering van de premies voor deze verzekering was betaald, aftrekbaar was. Het Hof had geoordeeld dat de verzekering geen bron van inkomen vormde, omdat deze voldeed aan de voorwaarden voor vrijstelling.
De Hoge Raad oordeelde echter dat de klacht van belanghebbende tegen deze zienswijze van het Hof slaagde. De levensverzekering zou in de toekomst belastbare inkomsten opleveren, waardoor de financieringskosten als kosten ter verwerving van toekomstige inkomsten moesten worden aangemerkt. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens werd de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.
De Hoge Raad benadrukte dat het aan belanghebbende was om aan te tonen dat hij in 1997 gedurende ten minste twaalf jaren premies had voldaan, waarvan de hoogste premie niet meer bedroeg dan het vijfvoud van de laagste premie, om in aanmerking te komen voor de vrijstelling. De uitspraak van het Hof kon niet in stand blijven, en het verwijzingshof zal moeten onderzoeken of aan deze voorwaarden was voldaan.