ECLI:NL:HR:2003:AN9073
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- J.C. van Oven
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en kosten van opleiding
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 26 april 2002, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1996. De aanslag was oorspronkelijk vastgesteld op een belastbaar inkomen van ƒ 138.972, maar na bezwaar door belanghebbende was deze verminderd tot ƒ 129.391. Het Gerechtshof had het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de aanslag verder verminderd. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad oordeelt dat de kosten van de gevolgde vakcursussen door belanghebbende niet kunnen worden aangemerkt als kosten voor een studie of opleiding voor een beroep, zoals bedoeld in de Wet op de inkomstenbelasting. De Hoge Raad stelt dat de cursussen enkel gericht zijn op het behouden en actualiseren van bestaande vaardigheden, en niet op het verwerven van nieuwe vakkennis. Dit oordeel van het Hof wordt door de Hoge Raad bevestigd, waarbij wordt opgemerkt dat het Hof geen onjuiste rechtsopvatting heeft gehanteerd.
Daarnaast wordt in de uitspraak ingegaan op de vraag of de kosten van kantoorruimte in de woning van belanghebbende aftrekbaar zijn. De Hoge Raad bevestigt dat de kosten van een archiefruimte niet naast de forfaitaire aftrek voor kantoorruimte kunnen worden afgetrokken. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten, en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. De Staatssecretaris van Financiën wordt veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.