ECLI:NL:HR:2003:AN9071
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen uitspraak Gerechtshof inzake naheffingsaanslag omzetbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 5 maart 2002, betreffende een naheffingsaanslag in de omzetbelasting en een daarbij opgelegde boete. De naheffingsaanslag, die betrekking heeft op het tijdvak van 1 januari 1999 tot en met 31 maart 1999, bedraagt ƒ 6000, met een boete van ƒ 60. De Inspecteur had de naheffingsaanslag en de boetebeschikking gehandhaafd na bezwaar van de belanghebbende. Het Gerechtshof heeft het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard, de boetebeschikking vernietigd, maar de naheffingsaanslag gehandhaafd.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het Gerechtshof buiten de grenzen van de rechtsstrijd is getreden door de boetebeschikking te vernietigen, terwijl dit niet door de belanghebbende was aangevoerd. De Hoge Raad heeft het beroep van de Staatssecretaris gegrond verklaard, de uitspraak van het Hof vernietigd, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en het beroep tegen de uitspraken van de Inspecteur ongegrond verklaard.
De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is uitgesproken door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar gemaakt op 28 november 2003.