ECLI:NL:HR:2003:AN7742
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- J.C. van Oven
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de aftrekbaarheid van betalingen aan een onderwijsinstelling in de inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 november 2003 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 17 oktober 2001, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1998. De belanghebbende had een aanslag opgelegd gekregen naar een belastbaar inkomen van ƒ 80.902, welke aanslag na bezwaar door de Inspecteur was gehandhaafd. Het Gerechtshof verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond, waarop deze in cassatie ging.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de belanghebbende in 1998 twee kinderen had die onderwijs volgden op de Vrije School C te Q. Op verzoek van de school heeft de belanghebbende een bedrag betaald aan de Vereniging D, die subsidies verstrekte aan drie vrije scholen. De Hoge Raad heeft de klachten van de belanghebbende beoordeeld, waarbij de eerste klacht betrekking had op de gelijkstelling van de betaling met een betaling waarvoor recht op onderwijs werd verkregen. De Hoge Raad oordeelde dat de klacht faalde, omdat de Inspecteur in zijn verweerschrift een tegengesteld standpunt had ingenomen.
De tweede klacht betrof de vraag of de betaling aan D als een gift kon worden aangemerkt. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof deze vraag ontkennend had beantwoord en dat de klachten van de belanghebbende niet konden leiden tot een andere uitkomst. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verklaarde het beroep ongegrond. Dit arrest is openbaar uitgesproken en de uitspraak is aan de betrokken partijen meegedeeld.