ECLI:NL:HR:2005:AT3947
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- P.J. van Amersfoort
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aftrekbaarheid van giften aan een harmonie-orkest
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De belanghebbende had voor het jaar 1996 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen ontvangen, gebaseerd op een belastbaar inkomen van ƒ 70.809. Na bezwaar tegen deze aanslag, heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd. De belanghebbende is vervolgens in beroep gegaan bij het Hof, dat het beroep gegrond verklaarde en de aanslag verlaagde naar een belastbaar inkomen van ƒ 70.164. De Staatssecretaris heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad behandelt de vraag of de betalingen die de belanghebbende heeft gedaan aan de stichting van het harmonie-orkest als aftrekbare giften kunnen worden aangemerkt. De belanghebbende heeft in het betreffende jaar zes betalingen van ƒ 32,50 gedaan, totaal ƒ 195. Het Hof oordeelde dat de harmonie kan worden aangemerkt als een algemeen nut beogende instelling, maar dat de betalingen niet als contributie of als nakoming van een verplichting van moraal en fatsoen kunnen worden beschouwd. De Hoge Raad bevestigt dit oordeel en stelt dat de betalingen niet als giften kunnen worden aangemerkt, omdat er geen op geld waardeerbare aanspraken tegenover stonden.
De Hoge Raad concludeert dat het oordeel van het Hof niet blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting en dat de klachten van de Staatssecretaris niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond en legt een griffierecht op aan de Staat ter hoogte van € 414. Dit arrest is gewezen op 15 april 2005 door de vice-president en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken.