ECLI:NL:HR:2003:AN7091
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Afzonderlijke onttrekking aan het verkeer van auto met vals chassisnummer
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 december 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met betrekking tot de onttrekking aan het verkeer van een personenauto, merk BMW, die was voorzien van een vals chassisnummer. De betrokkene, geboren in 1966 en wonende te [woonplaats], had de auto in zijn bezit, welke was aangetroffen tijdens een onderzoek naar strafbare feiten op het gebied van fraude en bedrog. De Officier van Justitie had de onttrekking aan het verkeer gevorderd, en de Rechtbank te Dordrecht had deze vordering toegewezen op basis van artikel 36b, eerste lid onder 4, van het Wetboek van Strafrecht.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de Rechtbank bevoegd was om de onttrekking te gelasten, aangezien het strafbare feit waarvoor de auto in beslag was genomen, had kunnen worden vervolgd. De Hoge Raad heeft de bestreden beschikking gelezen met verbetering van de grondslag, waarbij werd vastgesteld dat de Rechtbank had moeten oordelen op basis van artikel 36c, aanhef en onder 2°, van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad oordeelde dat de middelen van de betrokkene niet tot cassatie konden leiden, omdat de Rechtbank terecht had geoordeeld dat de onttrekking aan het verkeer kon plaatsvinden.
De Hoge Raad concludeerde dat de Rechtbank de stelling van de betrokkene dat het strafbare feit in België had plaatsgevonden, niet aannemelijk had geacht. Dit oordeel werd als feitelijk beschouwd en kon in cassatie niet verder worden getoetst. De Hoge Raad verwierp uiteindelijk het beroep, omdat er geen gronden aanwezig waren voor vernietiging van de bestreden uitspraak.