ECLI:NL:HR:2003:AI6110
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie in faillissementszaken met verzoek tot toestemming en ontslag van instantie
In deze zaak heeft verzoeker tot cassatie, vertegenwoordigd door advocaat mr. P. Garretsen, zich gewend tot de Hoge Raad na eerdere afwijzingen van zijn verzoeken door de rechter-commissaris en de rechtbank. Het verzoekschrift, gedateerd op 5 april 2002, betreft het faillissement van verzoeker en de curator. Verzoeker vroeg de rechter-commissaris om geen toestemming te verlenen voor bepaalde handelingen in de civiele procedure en aansprakelijkheidsprocedure, zolang het faillissement voortduurde en hij niet door de rolrechters was gehoord. De curatoren hebben deze verzoeken bestreden, wat leidde tot een beschikking van de rechter-commissaris op 12 april 2002 en 24 april 2002, waarin de verzoeken werden afgewezen.
Verzoeker ging in hoger beroep bij de rechtbank te Arnhem, die op 6 november 2002 in twee afzonderlijke beschikkingen oordeelde. In het faillissement Binair werd de beschikking van de rechter-commissaris vernietigd, maar verzoeker werd niet-ontvankelijk verklaard. In het faillissement van verzoeker zelf werd de beschikking van de rechter-commissaris bekrachtigd. Tegen deze beschikkingen heeft verzoeker cassatie ingesteld, wat leidde tot de huidige procedure bij de Hoge Raad.
De Advocaat-Generaal L. Timmerman heeft in zijn conclusie tot verwerping van het beroep geadviseerd. De Hoge Raad heeft de klachten van verzoeker beoordeeld, maar oordeelt dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten geen nadere motivering behoeven, aangezien ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en deze beschikking is openbaar uitgesproken op 5 september 2003.