ECLI:NL:HR:2003:AI1587
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- W.A.M. van Schendel
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest van het Gerechtshof te Arnhem inzake zware mishandeling
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, Militaire Kamer, van 23 oktober 2002, in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van zware mishandeling. De Hoge Raad heeft op 30 september 2003 uitspraak gedaan. De verdachte, geboren in 1982, werd beschuldigd van het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan een persoon genaamd [slachtoffer] op 8 maart 2001 in Zwolle. Het Gerechtshof had de verdachte veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf, waarvan één maand voorwaardelijk, en had een betalingsverplichting opgelegd aan de verdachte in verband met de vordering van de benadeelde partij.
De Advocaat-Generaal Jörg concludeerde dat de bestreden uitspraak vernietigd moest worden, maar uitsluitend ter zake van de beslissingen met betrekking tot feit 1. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring van zware mishandeling niet voldoende was onderbouwd met de door het Hof gebezigde bewijsmiddelen. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem, zodat deze opnieuw kan worden berecht en afgedaan op het bestaande hoger beroep.
De Hoge Raad verwerpt het beroep voor het overige en oordeelt dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven. De zaak zal nu opnieuw worden behandeld door het Gerechtshof, waarbij de eerdere beslissingen ter zake van de zware mishandeling en de strafoplegging opnieuw onder de loep genomen zullen worden. Dit arrest is gewezen door de vice-president W.J.M. Davids als voorzitter, en de raadsheren W.A.M. van Schendel en J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend-griffier L.J.J. Okker-Braber.