ECLI:NL:HR:2003:AI0858
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake pleidooi in hoger beroep en cassatie van een arbeidsconflict met het COA
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.F. Baltussen, het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) gedagvaard voor de kantonrechter te 's-Gravenhage. Eiseres vorderde dat zij ten onrechte niet was ingedeeld in de functie van Opvangmedewerker B, schaal 6. De kantonrechter heeft de vordering op 7 juni 2000 toegewezen. COA ging in hoger beroep bij de Rechtbank te 's-Gravenhage, waar eiseres om pleidooi verzocht. Dit verzoek werd op 7 augustus 2001 door de rolrechter afgewezen, met de reden dat het verzoek niet strookte met de goede procesorde. De rechtbank heeft op 19 december 2001 het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de vordering van eiseres afgewezen.
Eiseres heeft cassatie ingesteld tegen zowel het tussenvonnis als het eindvonnis van de rechtbank. De Hoge Raad heeft in deze zaak geoordeeld dat de rolrechter ten onrechte het verzoek om pleidooi heeft afgewezen. De Hoge Raad benadrukt dat partijen in beginsel het recht hebben om hun standpunten bij pleidooi toe te lichten, en dat een verzoek om pleidooi slechts in uitzonderlijke gevallen mag worden geweigerd. Aangezien COA geen bezwaar heeft gemaakt tegen het pleidooi, heeft de Hoge Raad het middel van eiseres gegrond verklaard.
De Hoge Raad heeft de vonnissen van de rechtbank vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De beslissing omtrent de kosten van het geding in cassatie is gereserveerd, waarbij de kosten aan de zijde van eiseres zijn begroot op € 388,75 aan verschotten en € 500,-- voor salaris, en aan de zijde van COA op nihil. Dit arrest is gewezen op 3 oktober 2003 door de vice-president en raadsheren van de Hoge Raad.