ECLI:NL:HR:2003:AI0283
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie in civiele zaak over schadevergoeding en wettelijke rente
In deze zaak heeft eiser tot cassatie, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.J.L.J. Duijsens, verweerder in cassatie, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.A.M.A. Sluysmans, gedagvaard voor de Rechtbank te Groningen. Eiser vorderde een schadevergoeding die hij had geleden als gevolg van een gebeurtenis die in de dagvaarding werd vermeld, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 6 april 1995. De Rechtbank heeft de vordering op 31 mei 2000 afgewezen. Eiser heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Leeuwarden, dat op 19 december 2001 het vonnis van de Rechtbank heeft bekrachtigd. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het Hof.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van verweerder zijn begroot op € 301,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Het arrest is gewezen door vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren D.H. Beukenhorst en A.M.J. van Buchem-Spapens, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels op 12 september 2003.