ECLI:NL:HR:2003:AI0270
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over verrekening pensioenrechten
In deze zaak heeft eiseres tot cassatie, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. P. Garretsen, verweerders in cassatie gedagvaard voor de rechtbank te Assen. De eiseres vorderde een hoofdelijke veroordeling van de verweerders tot betaling van ƒ 5.975,-- in verband met de verrekening van pensioenrechten, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding. De rechtbank heeft op 4 mei 1999 de vordering afgewezen, waarna eiseres hoger beroep heeft ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden. Het hof heeft op 10 oktober 2001 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, wat heeft geleid tot het indienen van een cassatieberoep door eiseres. De verweerders zijn niet verschenen in de cassatieprocedure.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de advocaat-generaal C.L. de Vries Lentsch-Kostense strekte tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerders zijn begroot op nihil. Het arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, E.J. Numann en F.B. Bakels, en is openbaar uitgesproken op 3 oktober 2003.