ECLI:NL:HR:2003:AI0011
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- G.J.M. Corstens
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof Arnhem inzake strafzaak met meerdere tenlasteleggingen
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 20 februari 2002 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1958 en ten tijde van de aanzegging in cassatie verblijvende in de Penitentiaire Inrichting voor vrouwen te Zwolle. De verdachte was eerder veroordeeld door de Arrondissementsrechtbank te Almelo op 5 april 2001, maar het Gerechtshof heeft deze veroordeling in hoger beroep vernietigd voor een deel van de tenlasteleggingen en de verdachte vrijgesproken van enkele beschuldigingen. De verdachte is echter wel veroordeeld tot vijf jaren gevangenisstraf voor andere ernstige misdrijven, waaronder verkrachting en ontuchtige handelingen met minderjarigen.
Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden. De plaatsvervangend Procureur-Generaal Fokkens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de zaak op 3 juni 2003 behandeld en vastgesteld dat de redelijke termijn voor de behandeling van het cassatieberoep, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), is overschreden. Dit heeft geleid tot een vermindering van de opgelegde gevangenisstraf van vijf jaren naar vier jaren en negen maanden.
De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar alleen wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf. Het beroep is voor het overige verworpen. De Hoge Raad heeft geen andere gronden gevonden voor vernietiging van de uitspraak van het Gerechtshof, waardoor de beslissing van het Gerechtshof in stand blijft voor de overige tenlasteleggingen en de vorderingen van de benadeelde partijen.