ECLI:NL:HR:2003:AH9954
Hoge Raad
- Herziening
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis van de Kantonrechter inzake aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen
Op 9 september 2003 heeft de Hoge Raad der Nederlanden een arrest gewezen op een aanvrage tot herziening van een vonnis van de Kantonrechter te 's-Hertogenbosch, gedateerd 4 januari 2002. De aanvrage tot herziening werd ingediend door mr. M.J.C. Zuurbier, advocaat te 's-Hertogenbosch, namens de aanvrager, die in 1956 geboren is. De Kantonrechter had de aanvrager veroordeeld tot twee weken hechtenis en ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van zes maanden, wegens overtreding van artikel 30 lid 2 van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) op 23 augustus 2000.
De aanvrage tot herziening berustte op de stelling dat er op de datum van de overtreding een geldige verzekering voor het motorvoertuig met kenteken [AA-00-AA] van kracht was. Bij de aanvrage was een verklaring van AEGON Schadeverzekering N.V. gevoegd, waarin werd verklaard dat de aanvrage gegrond was. De plaatsvervangend Procureur-Generaal Fokkens heeft nader onderzoek verricht en geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvrage ongegrond zou verklaren.
De Hoge Raad heeft echter vastgesteld dat er zich een omstandigheid voordeed als bedoeld in artikel 457, eerste lid aanhef en onder 2°, van het Wetboek van Strafvordering, wat betekent dat de aanvrage tot herziening gegrond was. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de Kantonrechter, indien hij op de hoogte was geweest van de nieuwe informatie, de aanvrager waarschijnlijk zou hebben vrijgesproken. De Hoge Raad heeft de aanvrage tot herziening gegrond verklaard en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling.