ECLI:NL:HR:2003:AH8800
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen met betrekking tot gewekt vertrouwen door de Inspecteur
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 8 maart 2002, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 1993. De aanslag was opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 154.797. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de Inspecteur de aanslag, waarop belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, maar belanghebbende stelde dat het Hof onvoldoende rekening had gehouden met zijn argumenten over de gang van zaken bij de aanslagregeling van zijn echtgenote, die mogelijk invloed had op zijn eigen aanslag.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet naar behoren had gemotiveerd waarom de stellingen van belanghebbende niet waren behandeld. De Hoge Raad stelde vast dat een belastingplichtige in het algemeen mag vertrouwen op toezeggingen van de fiscus. Het Hof had verzuimd om de relevante stelling van belanghebbende te behandelen, wat leidde tot de conclusie dat de uitspraak van het Hof niet voldeed aan de eisen van de wet. De Hoge Raad verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens werd bepaald dat de Staat aan belanghebbende het griffierecht diende te vergoeden.