ECLI:NL:HR:2003:AF9418
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid bij verkeersongeval en cassatieprocedure
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], op 10 oktober 1997 verweerders in cassatie, waaronder [verweerder 1] en de N.V. MAATSCHAPPIJ VAN ASSURANTIE, DISCONTERING EN BELEENING DER STAD ROTTERDAM, gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam. Eiser vorderde dat [verweerder 1] voor 100% aansprakelijk zou worden gehouden voor de schade die hij had geleden als gevolg van een verkeersongeval op 28 juli 1993. De rechtbank heeft op 15 september 1999 geoordeeld dat [verweerder 1] volledig aansprakelijk was en heeft de vorderingen van eiser toegewezen. Hiertegen hebben verweerders hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat bij tussenarrest van 29 november 2001 eiser heeft toegelaten om feiten te bewijzen die zouden aantonen dat [verweerder 1] door rood licht had gereden. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het tussenarrest van het hof. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 10 oktober 2003 het beroep in cassatie verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van eiser niet tot cassatie konden leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Eiser is in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die zijn begroot op € 301,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.