ECLI:NL:HR:2003:AF8842

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 september 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R03/041HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillissementsverklaring van SUH Stenen uit Hurwenen B.V. en cassatieprocedure

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 september 2003 uitspraak gedaan in de cassatieprocedure van SUH Stenen uit Hurwenen B.V. (hierna: SUH) tegen Mr. W. Aerts, curator in het faillissement van een betrokkene. SUH, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. P. Garretsen, had eerder in de procedure een verzoek tot faillietverklaring ondergaan, dat door de Rechtbank te Arnhem op 15 januari 2003 was afgewezen. Aerts, de curator, had hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Arnhem, dat op 11 maart 2003 de beschikking van de Rechtbank vernietigde en SUH in staat van faillissement verklaarde. SUH heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het Hof.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in het cassatieberoep zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad het beroep van SUH heeft verworpen, waarmee de faillietverklaring van SUH in stand blijft.

De uitspraak is gedaan door een collegiaal orgaan, waarbij de vice-president P. Neleman als voorzitter fungeerde. De andere rechters die aan de uitspraak hebben bijgedragen zijn J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, A.M.J. van Buchem-Spapens en P.C. Kop. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels.

Uitspraak

12 september 2003
Eerste Kamer
Nr. R03/041HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
SUH STENEN UIT HURWENEN B.V.,
gevestigd te Hurwenen, gemeente Maasdriel,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
Mr. W. AERTS, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [betrokkene 1],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. drs. A.M.C. Dekker.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 19 december 2002 gedateerd verzoekschrift heeft verweerder in cassatie - verder te noemen: Aerts - zich gewend tot de Rechtbank te Arnhem en verzocht verzoekster tot cassatie, tevens handelende onder de namen Stenen uit Hurwenen, Nursal Verkoop, Steine aus Rheine, [A], Huis te Hurwenen en Oratio pro Domo - verder te noemen SUH - in staat van faillissement te verklaren.
Nadat de Rechtbank in raadkamer Aerts, vergezeld van drie heren werkzaam bij de fiscus te Gorinchem, en [betrokkene 2] als bestuurder van SUH - verder te noemen: [betrokkene 2] - had gehoord, heeft zij bij beschikking van 15 januari 2003 het verzoek tot faillietverklaring van SUH afgewezen.
Tegen deze beschikking heeft Aerts hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Arnhem.
Tijdens de mondelinge behandeling voor het Hof zijn Aerts en namens SUH [betrokkene 2], bijgestaan door haar advocaat, verschenen.
Bij arrest van 11 maart 2003 heeft het Hof de beschikking van de Rechtbank van 15 januari 2003 vernietigd en SUH in staat van faillissement verklaard.
Het arrest van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het Hof heeft SUH beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Aerts heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep van SUH.
De advocaat van [betrokkene 2] heeft bij brief van 30 mei 2003 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, A.M.J. van Buchem-Spapens en P.C. Kop, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 12 september 2003.