ECLI:NL:HR:2003:AF8253
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie van een vordering tot betaling door Korrel Beton B.V. aan eiseres
In deze zaak heeft Korrel Beton B.V. eiseres, gevestigd te [vestigingsplaats], gedagvaard voor de Rechtbank te Breda op 10 februari 1999. Korrel Beton vorderde een betaling van ƒ 12.161,25, vermeerderd met wettelijke rente over verschillende bedragen. Eiseres heeft de vordering bestreden. De Rechtbank heeft op 26 oktober 1999 de vordering toegewezen tot een bedrag van ƒ 12.035,--, met wettelijke rente, en het meer of anders gevorderde afgewezen. Eiseres heeft hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 3 april 2001 het vonnis van de Rechtbank heeft bekrachtigd. Eiseres heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het arrest van het Hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal, C.L. de Vries Lentsch-Kostense, strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiseres in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De in de middelen aangevoerde klachten konden niet tot cassatie leiden, en de Hoge Raad oordeelde dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.