ECLI:NL:HR:2003:AF7899

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 juli 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C02/004HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arrest Hoge Raad inzake onrechtmatige daad en immateriële schadevergoeding

In deze zaak hebben eisers tot cassatie, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. C.J.J.C. van Nispen, de vereniging Socialistische Partij en een andere verweerder in cassatie aangeklaagd voor onrechtmatige daad en immateriële schadevergoeding. De eisers hebben bij de Rechtbank te Groningen een vordering ingesteld, waarin zij een verklaring voor recht vroegen dat een bepaald artikel onrechtmatig en beledigend was. Daarnaast vroegen zij om een schadevergoeding van ƒ 200.000,-- en verdere schadevergoeding die nader opgemaakt zou worden. De Rechtbank heeft op 3 juli 1998 de vorderingen afgewezen, waarna eisers in hoger beroep gingen bij het Gerechtshof te Leeuwarden. Het Hof heeft op 19 september 2001 het vonnis van de Rechtbank bekrachtigd. Hierop hebben eisers cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 2.431,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de vice-president G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens en A. Hammerstein, en in het openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein op 11 juli 2003.

Uitspraak

11 juli 2003
Eerste Kamer
Nr. C02/004HR
RM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiser 1],
wonende te [woonplaats],
2. [Eiseres 2],
gevestigd te [vestigingsplaats]
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. C.J.J.C. van Nispen,
t e g e n
1. de vereniging SOCIALISTISCHE PARTIJ,
gevestigd te Rotterdam,
2. [Verweerder 2],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. H.A. Groen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eisers tot cassatie - verder te noemen: [eiser] c.s. - hebben bij exploit van 11 april 1997 verweerders in cassatie - verder te noemen: SP c.s. - gedagvaard voor de Rechtbank te Groningen. Na wijziging van eis hebben [eiser] c.s. gevorderd:
1. een verklaring voor recht dat het in de inleidende dagvaarding genoemde artikel jegens [eiser] c.s. onrechtmatig en beledigend is;
2. SP c.s. hoofdelijk te veroordelen aan eiser tot cassatie sub 1 (hierna ook afzonderlijk te noemen: [eiser]) te betalen ter zake van immateriële schade een bedrag ad ƒ 200.000,-- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
3. SP c.s. hoofdelijk te veroordelen om aan [eiser] c.s. te betalen hun schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, vermeerderd met de wettelijke rente over het bedrag van die schade, zoals deze zich in de loop der tijd ontwikkelt.
SP c.s. hebben de vordering bestreden.
De Rechtbank heeft bij vonnis van 3 juli 1998 de vorderingen afgewezen.
Tegen dit vonnis hebben [eiser] c.s. hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Leeuwarden.
Bij arrest van 19 september 2001 heeft het Hof het vonnis waarvan beroep bekrachtigd.
Het arrest van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het Hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
SP c.s. hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van SP c.s. begroot op € 2.431,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens en A. Hammerstein, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 11 juli 2003.