ECLI:NL:HR:2003:AF7562
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen met betrekking tot aandelenoverdracht en renteaftrek
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X te Z en de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 12 november 2001, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 1997. De belanghebbende had een aanslag opgelegd gekregen op basis van een belastbaar inkomen van ƒ 726.984. Na bezwaar werd de aanslag door de Inspecteur gehandhaafd, maar het Hof verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond en verlaagde de aanslag tot ƒ 709.484. Zowel de belanghebbende als de Staatssecretaris gingen in cassatie.
De Hoge Raad oordeelde dat de rente die verschuldigd is over de schuldig gebleven rente, verschuldigd over een lening ter financiering van de eigen woning, moet worden aangemerkt als rente ter financiering van de eigen woning. Dit betekent dat de renteaftrek niet beperkt kan worden tot het gewone tabeltarief, maar dat ook de rente over de rente aftrekbaar is. Daarnaast oordeelde de Hoge Raad dat de banklening, die was aangegaan ter financiering van de aankoop van aandelen D B.V., na de overdracht aan C B.V. moet worden toegerekend aan zowel de aandelen C B.V. als aan de vordering op die vennootschap.
De Hoge Raad verklaarde beide beroepen gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en de uitspraak van de Inspecteur, en verlaagde de aanslag tot een belastbaar inkomen van ƒ 705.524, waarvan ƒ 567.828 belast naar een tarief van 25 procent. Tevens werd de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en openbaar uitgesproken op 20 juni 2003.