ECLI:NL:HR:2003:AF6211
Hoge Raad
- Cassatie
- G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Toestemmingsvereiste bij borgtocht in Antilliaanse rechtspraak
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, staat het toestemmingsvereiste van artikel 159 (oud) BWNA centraal, dat overeenkomt met artikel 1:88 BW. De vraag is of dit vereiste ook geldt wanneer vóór de huwelijkssluiting een bankborgtocht is verleend, waarop na de huwelijkssluiting krediet wordt verstrekt. De eiser, die directeur en aandeelhouder was van Sirikit (Car Rental) N.V., had op 2 januari 1987 een borgtocht getekend voor een ongelimiteerd bedrag voor de schulden van de vennootschap. De bank had in januari 1987 en juni 1988 kredieten verstrekt aan de vennootschap, waarbij de eiser een onroerende zaak had verhypothekeerd. De echtgenote van de eiser heeft de nietigheid van de hypotheek ingeroepen, omdat zij geen toestemming had verleend. De zaak is door het Gerecht in eerste aanleg behandeld, dat uiteindelijk de eiser heeft veroordeeld tot betaling aan de bank. Het Hof heeft het vonnis van het Gerecht bevestigd, waarna de eiser cassatie heeft ingesteld. De Hoge Raad oordeelt dat de borgtocht is aangegaan vóór het huwelijk en dat de echtgenote van de eiser geen beroep kan doen op de nietigheid van de borgtocht. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de eerdere uitspraken.