ECLI:NL:HR:2003:AF5885
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het cassatieberoep van Beheersmaatschappij Highway B.V. tegen Eccere Holdco B.V.
In deze zaak heeft Beheersmaatschappij Highway B.V. (hierna: Highway) op 28 september 2001 een dagvaarding uitgebracht tegen Eccere Holdco B.V. (hierna: Eccere) om beroep in cassatie in te stellen tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 28 juni 2001. Highway heeft Eccere gedagvaard om te verschijnen ter terechtzitting van de Hoge Raad op 2 november 2001, maar heeft de zaak niet op de rol laten inschrijven. Vervolgens heeft Highway op 31 oktober 2001 een herstelexploit uitgebracht, waarin zij Eccere opnieuw oproept voor de zitting van 16 november 2001. Eccere heeft primair geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van Highway en subsidiair tot verwerping van het beroep. De zaak is behandeld door de advocaten van beide partijen, waarbij de conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekte tot niet-ontvankelijkverklaring van Highway in haar cassatieberoep.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de dagvaarding in cassatie niet voldeed aan de eisen van artikel 407 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, omdat deze geen omschrijving bevatte van de middelen waarop het beroep steunde. Highway had aangevoerd dat zij dit gebrek had hersteld door het herstelexploit, maar de Hoge Raad oordeelde dat het ontbreken van de middelen in de cassatiedagvaarding een gebrek was dat niet kon worden hersteld buiten de cassatietermijn. Dit leidde tot de conclusie dat Highway niet-ontvankelijk moest worden verklaard in haar beroep.
De Hoge Raad heeft in zijn beslissing Highway niet-ontvankelijk verklaard in haar cassatieberoep en haar veroordeeld in de kosten van het geding, die aan de zijde van Eccere zijn begroot op € 301,86 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. De uitspraak is openbaar gedaan op 23 mei 2003.