ECLI:NL:HR:2003:AF5885

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 mei 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C01/324HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • R. Herrmann
  • J.B. Fleers
  • O. de Savornin Lohman
  • P.C. Kop
  • F.B. Bakels
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het cassatieberoep van Beheersmaatschappij Highway B.V. tegen Eccere Holdco B.V.

In deze zaak heeft Beheersmaatschappij Highway B.V. (hierna: Highway) op 28 september 2001 een dagvaarding uitgebracht tegen Eccere Holdco B.V. (hierna: Eccere) om beroep in cassatie in te stellen tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 28 juni 2001. Highway heeft Eccere gedagvaard om te verschijnen ter terechtzitting van de Hoge Raad op 2 november 2001, maar heeft de zaak niet op de rol laten inschrijven. Vervolgens heeft Highway op 31 oktober 2001 een herstelexploit uitgebracht, waarin zij Eccere opnieuw oproept voor de zitting van 16 november 2001. Eccere heeft primair geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van Highway en subsidiair tot verwerping van het beroep. De zaak is behandeld door de advocaten van beide partijen, waarbij de conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekte tot niet-ontvankelijkverklaring van Highway in haar cassatieberoep.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de dagvaarding in cassatie niet voldeed aan de eisen van artikel 407 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, omdat deze geen omschrijving bevatte van de middelen waarop het beroep steunde. Highway had aangevoerd dat zij dit gebrek had hersteld door het herstelexploit, maar de Hoge Raad oordeelde dat het ontbreken van de middelen in de cassatiedagvaarding een gebrek was dat niet kon worden hersteld buiten de cassatietermijn. Dit leidde tot de conclusie dat Highway niet-ontvankelijk moest worden verklaard in haar beroep.

De Hoge Raad heeft in zijn beslissing Highway niet-ontvankelijk verklaard in haar cassatieberoep en haar veroordeeld in de kosten van het geding, die aan de zijde van Eccere zijn begroot op € 301,86 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. De uitspraak is openbaar gedaan op 23 mei 2003.

Uitspraak

23 mei 2003
Eerste Kamer
Nr. C01/324HR
SB
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
BEHEERSMAATSCHAPPIJ HIGHWAY B.V.,
gevestigd te Wassenaar,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. E. Meijer,
t e g e n
ECCERE HOLDCO B.V.,
gevestigd te Vlaardingen,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. P.A.M. Perquin.
1. Het geding
Bij dagvaarding van 28 september 2001 heeft eiseres tot cassatie - verder te noemen: Highway - aan verweerster in cassatie - verder te noemen: Eccere - aangezegd dat zij beroep in cassatie instelt tegen het op 28 juni 2001 tussen partijen gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, en Eccere gedagvaard om te verschijnen ter terechtzitting van de Hoge Raad van 2 november 2001 teneinde "tegen voormeld vonnis te horen aanvoeren nadere bij herstelexploit aan te zeggen middelen van cassatie".
Highway heeft de zaak niet op de rol van 2 november 2001 doen inschrijven.
Bij herstelexploit van 31 oktober 2001 heeft Highway Eccere opgeroepen te verschijnen tegen de zitting van 16 november 2001. Highway heeft de zaak ter rolle doen inschrijven.
Eccere heeft primair geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring en subsidiair tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor Highway toegelicht door haar advocaat en voor Eccere namens haar advocaat door mr. E. van Staden ten Brink, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van Highway in haar cassatieberoep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het cassatieberoep
2.1 De dagvaarding in cassatie voldoet niet aan de eisen van art. 407 lid 2 Rv., daar zij niet een omschrijving bevat van de middelen waarop het beroep steunt. Highway heeft aangevoerd dat zij dit gebrek op de voet van art. 92 (oud; thans 120) Rv. heeft hersteld door het onder 1 aangehaalde herstelexploit, waarin mede drie middelen van cassatie zijn aangevoerd. Dit verweer faalt omdat het ontbreken in de cassatiedagvaarding van de middelen waarop het beroep steunt, behoudens bijzondere omstandigheden, die in het onderhavige geval zijn gesteld noch gebleken, een gebrek is dat niet vatbaar is voor herstel buiten de cassatietermijn, ook niet langs de weg van art. 92/120 Rv.
2.2 Het vorenoverwogene brengt mee dat Highway niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar beroep.
3. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart Highway niet-ontvankelijk in haar beroep;
veroordeelt Highway in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Eccere begroot op € 301,86 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 23 mei 2003.