ECLI:NL:HR:2003:AF3002
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 1 februari 2002, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1994. De aanslag was opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 375.720. Na bezwaar tegen deze aanslag, heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, waarop belanghebbende cassatie heeft ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het Hof, in cassatie onbestreden, heeft geoordeeld dat de handels- en bemiddelingsactiviteiten van belanghebbende in het onderhavige jaar volledig op eigen naam en voor rekening van zijn eenmanszaak zijn uitgevoerd. Dit oordeel houdt in dat belanghebbende redelijkerwijs niet mocht aannemen dat deze activiteiten tijdens eerdere boekenonderzoeken op zijn fiscale merites zijn beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat de Inspecteur, door de opbrengsten uit deze handel en bemiddeling als winst uit onderneming aan te merken, niet in strijd handelt met een in rechte te beschermen vertrouwen.
Het eerste onderdeel van het cassatiemiddel, dat dit oordeel bestrijdt, wordt door de Hoge Raad verworpen. Het oordeel van het Hof geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd. Daarnaast kan het middel ook voor het overige niet tot cassatie leiden, omdat het geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verklaart het beroep ongegrond. Dit arrest is uitgesproken op 17 januari 2003 door de raadsheer D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P. Lourens en C.B. Bavinck, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski.