ECLI:NL:HR:2003:AF1891
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- J.B. Fleers
- A.G. Pos
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een arrest van het Gerechtshof inzake wanprestatie en schadevergoeding in een onroerend goed transactie
In deze zaak heeft eiser tot cassatie, [eiser], verweerder in cassatie, [verweerder], gedagvaard voor de Rechtbank te Arnhem. De vordering van [eiser] betrof de ontbinding van een overeenkomst inzake de aankoop van onroerend goed, alsook schadevergoeding wegens wanprestatie door [verweerder]. De Rechtbank heeft op 20 maart 1997 in conventie geoordeeld dat de overeenkomst is ontbonden en [verweerder] veroordeeld tot betaling van ƒ 170.000,-- aan [eiser], met wettelijke rente. In reconventie heeft de Rechtbank de vordering van [verweerder] afgewezen.
Beide partijen hebben hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Arnhem, dat op 6 februari 2001 het vonnis van de Rechtbank heeft bekrachtigd, met een aanpassing van het te betalen bedrag. Tegen dit eindarrest heeft [eiser] cassatie ingesteld, terwijl [verweerder] voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat het Gerechtshof tekort is geschoten in zijn motiveringsplicht door essentiële stellingen van [eiser] niet te betrekken in zijn beoordeling. De Hoge Raad heeft het arrest van het Gerechtshof vernietigd, maar enkel ten aanzien van de beslissing omtrent de proceskosten in de zaak met rolnummer 97/418. De zaak is verwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling.
De Hoge Raad heeft [verweerder] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op € 2.015,71 aan verschotten en € 1.590,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, A.G. Pos en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels op 14 maart 2003.