ECLI:NL:HR:2003:AF1884
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- H.A.M. Aaftink
- A.G. Pos
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onverschuldigde betaling en wettelijke rente in civiele zaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 februari 2003 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de Medische Dienstverlening Continentaal Plat B.V. (MDCP) en een verweerder, die in eerste instantie een vordering had ingesteld bij de Kantonrechter te Den Helder. De verweerder had MDCP gedagvaard voor de betaling van een onverschuldigd betaald bedrag van ƒ 6.468,95, vermeerderd met wettelijke rente. MDCP heeft de vordering bestreden, maar de Kantonrechter heeft in een eindvonnis van 8 juli 1999 de vorderingen van de verweerder ontzegd. Hierop heeft de verweerder hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Alkmaar, waar hij zijn eis heeft vermeerderd. De Rechtbank heeft op 18 januari 2001 het vonnis van de Kantonrechter vernietigd en MDCP veroordeeld tot betaling van het onverschuldigd betaalde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente.
MDCP heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen het vonnis van de Rechtbank. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en MDCP veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.