ECLI:NL:RBAMS:2008:BD1977
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
WIA-verzekering werknemer op vaste installatie op Nederlands deel continentaal plat
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 april 2008 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot de WIA-verzekering van een werknemer die werkzaam was op een vaste installatie op het Nederlands deel van het continentaal plat. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. B.M. Voogt, had een verzoek ingediend wegens het niet tijdig beslissen op een aanvraag voor een voorschot op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. De rechtbank ontving het verzoek op 17 maart 2008 en het beroepschrift tegen de afwijzing van de aanvraag werd op 14 april 2008 ingediend.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er gerede twijfel bestaat over de vraag of het Nederlands deel van het continentaal plat valt onder de werkingssfeer van EG-Verordening 1408/71. De rechtbank heeft de wisselende stellingname van de verweerder, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, in de beoordeling betrokken. De verweerder had aanvankelijk geconcludeerd dat de Verordening niet van toepassing was, maar kwam hier later op terug. De rechter oordeelde dat de argumenten van de verweerder niet overtuigend waren en dat er onvoldoende onderzoek was gedaan naar de arbeidsongeschiktheid van de verzoeker.
De rechtbank heeft het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen en bepaald dat de verweerder aan de verzoeker een maandelijks voorschot van € 300,-- moet betalen. Daarnaast is de verweerder veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, begroot op € 644,--, en moet het griffierecht van € 39,-- worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. H.J. Tijselink, voorzieningenrechter, en is bekendgemaakt op 25 april 2008.