ECLI:NL:HR:2003:AE7326
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- A.R. Leemreis
- J.C. van Oven
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag kapitaalsbelasting en vrijstelling op basis van de Wet op belastingen van rechtsverkeer
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X-1 B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de kapitaalsbelasting. De naheffingsaanslag, ter hoogte van ƒ 192.135, werd opgelegd na een controle door de Inspecteur, die het bezwaar van de belanghebbende niet heeft gehonoreerd. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, waarna belanghebbende in cassatie ging. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in, waarop belanghebbende reageerde met een conclusie van repliek, gevolgd door een conclusie van dupliek van de Staatssecretaris.
De Advocaat-Generaal Th. Groeneveld concludeerde dat het beroep gegrond moest worden verklaard en dat de uitspraak van het Hof en de naheffingsaanslag vernietigd moesten worden. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onvoldoende gemotiveerd had dat de wijze van kapitaalverhoging door belanghebbende, die in twee tranches plaatsvond, enkel bedoeld was om kapitaalsbelasting te ontgaan. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.
De Hoge Raad oordeelde verder dat de vrijstelling van kapitaalsbelasting, zoals geregeld in artikel 37 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer, ook van toepassing kan zijn als de inbrenger niet of niet geheel aan kapitaalsbelasting is onderworpen. Dit betekent dat de vrijstelling niet kunstmatig kan worden verkregen door constructies op te zetten die geen economische betekenis hebben. De uitspraak van het Hof kon niet in stand blijven, en de Staatssecretaris van Financiën werd veroordeeld in de proceskosten van het geding in cassatie.