ECLI:NL:HR:2002:AF2265

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 december 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
38105
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • E. Korthals Altes
  • J.C. van Oven
  • A.R. Leemreis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over aanslag in de baatbelasting door de gemeente Tynaarlo

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Tynaarlo tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden. De zaak betreft een aanslag in de baatbelasting die aan belanghebbende is opgelegd voor de onroerende zaak aan de a-straat 1 te Z. De aanslag, ter hoogte van ƒ 3034, was gebaseerd op de Verordening aanleg riolering-III van de toenmalige gemeente Vries, een rechtsvoorganger van de gemeente Tynaarlo. Na bezwaar tegen de aanslag heeft het Hoofd van de afdeling Financiën van de gemeente Tynaarlo de aanslag gehandhaafd. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat het beroep gegrond verklaarde en zowel de aanslag als de uitspraak van het Hoofd vernietigde. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.

B en W van de gemeente Tynaarlo hebben vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. In het cassatieberoep zijn de middelen aangevoerd, maar de Hoge Raad oordeelt dat deze middelen niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad verwijst naar artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de uitspraak van het Hof bevestigt.

De Hoge Raad heeft ook de proceskosten beoordeeld en oordeelt dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad is dat het beroep ongegrond wordt verklaard. Dit arrest is uitgesproken op 20 december 2002 door de vice-president E. Korthals Altes, samen met de raadsheren J.C. van Oven en A.R. Leemreis, in aanwezigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma. Tevens wordt er een griffierecht van € 185 geheven van de gemeente Tynaarlo voor het ingestelde beroep in cassatie.

Uitspraak

Nr. 38.105
20 december 2002
WM
gewezen op het beroep in cassatie van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Tynaarlo (hierna: B en W) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 15 maart 2002, nr. 7/01, betreffende na te melden aan X te Z, opgelegde aanslag in de baatbelasting.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof
Aan belanghebbende is ter zake van het genot krachtens eigendom van de onroerende zaak a-straat 1 te Z, een aanslag in de baatbelasting op grond van de Verordening aanleg riolering-III van de toenmalige gemeente Vries (een rechtsvoorganger van de gemeente Tynaarlo) opgelegd ten bedrage van ƒ 3034, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van het Hoofd van de afdeling Financiën van de gemeente Tynaarlo is gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.
Het Hof heeft het beroep gegrond verklaard, en de uitspraak alsmede de aanslag vernietigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
B en W hebben tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
3. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (vgl. HR 20 september 2002, nr. 37461, V-N 2002/48.32).
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E. Korthals Altes als voorzitter, en de raadsheren J.C. van Oven en A.R. Leemreis, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2002.
Van de gemeente Tynaarlo wordt ter zake van het door B en W ingestelde beroep in cassatie een griffierecht geheven van € 185.