ECLI:NL:HR:2002:AE9245

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 november 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R02/009HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • J.B. Fleers
  • A.G. Pos
  • P.C. Kop
  • A. Hammerstein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbetering, aanvulling en verwijdering van persoonsgegevens in de Politieregisters

In deze zaak heeft verzoeker, wonende te [woonplaats], op 30 juli 2001 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank te Zutphen. Hij verzocht om verbetering, aanvulling en verwijdering van persoonsgegevens in de Politieregisters, gerelateerd aan een aanrijding in Westervoort. De Korpsbeheerder, verweerder in cassatie, heeft dit verzoek bestreden. De Rechtbank heeft op 27 september 2001 verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek en het verzoek voor het overige afgewezen. Hierop heeft verzoeker hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Arnhem, dat op 20 november 2001 ook verzoeker niet-ontvankelijk verklaarde in zijn verzoek in hoger beroep. Verzoeker heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen deze beschikking van het Hof. De Korpsbeheerder heeft geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal C.L. de Vries Lentsch-Kostense heeft geconcludeerd tot vernietiging van de beschikking van het Gerechtshof en verwijzing ter verdere behandeling.

De Hoge Raad heeft op 22 november 2002 de beschikking van het Gerechtshof te Arnhem vernietigd en het geding verwezen naar dat Hof voor verdere behandeling en beslissing. De Hoge Raad oordeelde dat het middel van verzoeker terecht klaagt over de niet-ontvankelijkheid, aangezien de verplichting tot procureurstelling niet van toepassing was in deze procedure. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein.

Uitspraak

22 november 2002
Eerste Kamer
Rek.nr. R02/009HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker], wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. J. Biemond,
t e g e n
De KORPSBEHEERDER van de POLITIE NOORD- EN OOST GELDERLAND, gevestigd te Apeldoorn,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 30 juli 2001 ter griffie van de Rechtbank te Zutphen ingekomen verzoekschrift heeft verzoeker tot cassatie - verder te noemen: [verzoeker] - zich gewend tot die Rechtbank en verbetering, aanvulling en verwijdering van persoonsgegevens in de Politieregisters van de politie verzocht.
Verweerder in cassatie - verder te noemen: de Korpsbeheerder - heeft het verzoek bestreden.
De Rechtbank heeft bij beschikking van 27 september 2001 [verzoeker] niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot verbetering, aanvulling en verwijdering van persoonsgegevens in verband met de aanrijding in Westervoort en het verzoek voor het overige en meerdere afgewezen.
Tegen deze beschikking heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Arnhem.
Bij beschikking van 20 november 2001 heeft het Hof [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek in hoger beroep verklaard.
De beschikking van het Hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het Hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Korpsbeheerder heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal C.L. de Vries Lentsch-Kostense strekt tot vernietiging en verwijzing ter verdere behandeling en beslissing.
3. Beoordeling van het middel
3.1 Deze zaak betreft een door [verzoeker] bij de Korpsbeheerder ingediend verzoek, strekkende tot verbetering, aanvulling en verwijdering van persoonsgegevens, als bedoeld in art. 22 van de Wet politieregisters.
3.2 Nadat de Korpsbeheerder dit verzoek had afgewezen en [verzoeker] daartegen op de voet van art. 23 van die wet een schriftelijk verzoek bij de Rechtbank had ingediend, heeft de Rechtbank bij haar hiervoor onder 1 vermelde beschikking [verzoeker] in zijn verzoek - voorzover dit betrekking had op persoonsgegevens betreffende de aanrijding te Westervoort - niet-ontvankelijk verklaard, en het verzoek voor het overige en meerdere afgewezen.
3.3 In het hiertegen door [verzoeker] ingestelde hoger beroep heeft het Hof bij zijn hiervoor onder 1 vermelde beschikking [verzoeker] niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet door een procureur was ingediend.
3.4 Het middel klaagt hierover terecht. Uit art. 23 lid 6 van de Wet politieregisters blijkt immers dat op een verzoekschriftprocedure als de onderhavige zowel in eerste aanleg als in hoger beroep de twaalfde titel van het Eerste Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (oud, thans: titel 3 Boek 1 Rv.) van toepassing is, maar dat bij een en ander een uitzondering geldt voor de verplichting tot procureurstelling, neergelegd in art. 429d lid 3 (oud) Rv. (thans art. 278 lid 3 Rv.).
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de beschikking van het Gerechtshof te Arnhem van 20 november 2001;
verwijst het geding naar dat Hof ter verdere behandeling en beslissing.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren J.B. Fleers, als voorzitter, A.G. Pos en P.C. Kop, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 22 november 2002.