ECLI:NL:HR:2002:AE8155
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag loonbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin een naheffingsaanslag in de loonbelasting en premie volksverzekeringen aan belanghebbende, X B.V., is opgelegd. De naheffingsaanslag betreft het tijdvak van 1 januari 1993 tot en met 31 december 1997 en bedraagt f 15.486 aan enkelvoudige belasting. Na bezwaar van belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de naheffingsaanslag verminderd tot f 14.476. Zowel belanghebbende als de Staatssecretaris van Financiën hebben cassatie ingesteld tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten van belanghebbende niet kunnen slagen, omdat de oordelen van het Hof feitelijke aard zijn en in cassatie niet op hun juistheid kunnen worden getoetst. Het Hof had geoordeeld dat de reizen van de partners van de directieleden in de jaren 1993, 1995 en 1996 in aanmerking moesten worden genomen naar de besparingswaarde, wat neerkomt op de waarde in het economische verkeer. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat de privé-besparing als gevolg van het meereizen van de partners niet aannemelijk is gemaakt door belanghebbende.
Wat betreft het cassatieberoep van de Staatssecretaris, oordeelt de Hoge Raad dat deze in de proceskosten moet worden veroordeeld. De Hoge Raad verklaart zowel het beroep van belanghebbende als dat van de Staatssecretaris ongegrond, en veroordeelt de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 644 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is gewezen op 27 september 2002 en is openbaar uitgesproken.