ECLI:NL:HR:2002:AE8150
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- L. Monné
- J.W. van den Berge
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Aanslag inkomstenbelasting en de belastbaarheid van wettelijke rente
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 16 maart 2001, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1996. De Inspecteur had een aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 201.691, welke aanslag na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde. Hierna heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
Belanghebbende stelde dat hij op basis van een brief van de Inspecteur van 1 juli 1997 het vertrouwen mocht ontlenen dat de door hem genoten wettelijke rente niet in zijn belastbare inkomen zou worden begrepen. Het Hof verwierp deze stelling echter zonder motivering. De Hoge Raad oordeelt dat de klacht in cassatie niet tot cassatie kan leiden, omdat na vernietiging en verwijzing geen andere beslissing kan volgen dan dat de stelling van belanghebbende faalt. De Hoge Raad concludeert dat de inhoud van de brief van de Inspecteur geen vertrouwen kan wekken zoals door belanghebbende gesteld.
Daarnaast werden andere klachten van belanghebbende ook verworpen, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk verklaart de Hoge Raad het beroep ongegrond, en dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 27 september 2002.