ECLI:NL:HR:2002:AE8133
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen beschikking inzake deskundigenbericht en kostenveroordeling
In deze zaak heeft verzoeker tot cassatie, [verzoeker], op 5 januari 2001 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank te Middelburg. Hij verzocht om te bepalen dat aan hem geen voorschot zou worden opgelegd voor de kosten van een deskundigenbericht dat door de Rechtbank was bevolen in een eerdere beschikking van 20 oktober 1999. De Rechtbank heeft op 7 maart 2001 het verzoek van [verzoeker] afgewezen. Hierop heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 1 november 2001 de beschikking van de Rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen deze beslissing heeft [verzoeker] cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [verzoeker] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerders in cassatie zijn begroot op nihil. De beschikking is openbaar uitgesproken op 27 september 2002 door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst en A. Hammerstein.