ECLI:NL:HR:2002:AE5663
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.P. Balkema
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam inzake medeplegen van zware mishandeling
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin de verdachte is veroordeeld voor medeplegen van zware mishandeling. De Hoge Raad heeft op 1 oktober 2002 uitspraak gedaan in deze zaak, die voortkwam uit een eerdere veroordeling door de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam. De verdachte, die ten tijde van het beroep in cassatie gedetineerd was, heeft zijn beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. J. Kuijper. De Advocaat-Generaal, de heer Wortel, heeft geconcludeerd dat het beroep verworpen moet worden.
De zaak betreft een incident waarbij de verdachte betrokken was bij de mishandeling van een getuige. De getuige verklaarde dat hij door de verdachte en een andere persoon was mishandeld, wat leidde tot ernstig lichamelijk letsel. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling gekeken naar de toepassing van de relevante artikelen van het Wetboek van Strafvordering, met name artikel 290, dat betrekking heeft op de bescherming van getuigen. Het Hof had geoordeeld dat de getuige niet verplicht was om bepaalde persoonsgegevens te verstrekken, wat door de Hoge Raad werd bevestigd.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het Hof niet onjuist heeft geoordeeld en dat de verklaring van de getuige, ondanks het ontbreken van bepaalde persoonsgegevens, voldoende was voor de bewijsvoering. De Hoge Raad heeft ook de argumenten van de verdachte over de kwalificatie van het letsel als zwaar lichamelijk letsel verworpen, en geconcludeerd dat de bewijsmiddelen voldoende waren om de veroordeling te ondersteunen. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat de veroordeling van het Hof in stand blijft.