ECLI:NL:HR:2002:AE5590
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A.J.A. van Dorst
- E.J. Numann
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor deelname aan een organisatie met oogmerk tot het plegen van misdrijven
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, waarbij de verdachte is veroordeeld voor deelname aan een organisatie met het oogmerk tot het plegen van misdrijven. De verdachte, geboren in 1946 en woonachtig in Nederland, heeft samen met anderen een bedrijf gedreven dat kleding op de markt bracht die inbreuk maakte op de merkrechten van het merk 'Australian'. De Hoge Raad heeft de zaak op 24 december 2002 behandeld, waarbij de Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd dat de bestreden uitspraak vernietigd moest worden en de zaak terugverwezen naar het Hof voor herbehandeling.
De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring van de organisatie die tot oogmerk had het plegen van misdrijven, niet voldoende was onderbouwd met bewijs. De Hoge Raad sprak de verdachte vrij van het onderdeel van de tenlastelegging dat betrekking had op het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 31a van de Auteurswet 1912. De Hoge Raad benadrukte dat de vrijspraak van dit onderdeel geen afbreuk deed aan de ernst van de overige bewezenverklaringen, die betrekking hadden op de deelname aan een organisatie die zich bezighield met het plegen van misdrijven zoals omschreven in artikel 337 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak van het Hof werd vernietigd voor het onderdeel dat betrekking had op de Auteurswet, maar de veroordeling voor de overige misdrijven bleef in stand. De Hoge Raad concludeerde dat de verdachte wel degelijk betrokken was bij een organisatie die zich bezighield met het plegen van strafbare feiten, en dat de opgelegde straf in overeenstemming was met de ernst van de feiten. De zaak werd terugverwezen naar het Hof voor verdere behandeling van het hoger beroep.