ECLI:NL:HR:2002:AE4810
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- J.W. van den Berge
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen met betrekking tot pensioenregeling
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 14 maart 2001, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 1995. De Inspecteur had een aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 3.777.765, welke aanslag na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. Het Hof verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond, vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en verlaagde de aanslag tot ƒ 230.212. Belanghebbende ging in cassatie tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof onvoldoende heeft onderbouwd dat er een compromis was bereikt tussen partijen over de pensioeningangsdatum en de gevolgen daarvan voor de belastingheffing. De Advocaat-Generaal P.J. Wattel had eerder geconcludeerd tot gegrondverklaring van het beroep in cassatie en tot verwijzing van de zaak naar een ander gerechtshof. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.
De Hoge Raad gelast tevens dat de Staat aan belanghebbende het griffierecht vergoedt en veroordeelt de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van het geding in cassatie. De uitspraak van het Hof kan niet in stand blijven, omdat het oordeel van het Hof niet voldoende is onderbouwd en er geen duidelijke afspraken zijn gemaakt over het compromis.