ECLI:NL:HR:2002:AE4289
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Cassatie over dwangsommen en schadevergoeding in geschil tussen Plantage Jeremi N.V. en Kodela N.V.
In deze zaak heeft Plantage Jeremi N.V. (hierna: Jeremi) op 7 september 1998 een verzoekschrift ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao. Jeremi verzocht om te verklaren dat Kodela N.V. (hierna: Kodela) niet heeft voldaan aan een eerder vonnis van 26 januari 1996, waarin Kodela werd geboden om bepaalde handelingen te verrichten. Jeremi stelde dat Kodela hierdoor dwangsommen had verbeurd ter hoogte van Nafl. 250.000,-- en vorderde daarnaast schadevergoeding voor de geleden schade, vermeerderd met wettelijke rente.
Kodela heeft het verzoek bestreden, waarna het Gerecht op 10 januari 2000 het verzoek van Jeremi afwees. Jeremi ging in hoger beroep bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, dat op 5 december 2000 het vonnis van het Gerecht bevestigde. Hierop heeft Jeremi cassatie ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd niet tot cassatie konden leiden. Dit oordeel werd gemotiveerd door te stellen dat de klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en Jeremi veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Kodela zijn begroot op € 3.017,64 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Dit arrest is uitgesproken op 27 september 2002 door de raadsheren J.B. Fleers, A. Hammerstein en P.C. Kop, waarbij A. Hammerstein de uitspraak in het openbaar heeft gedaan.