ECLI:NL:HR:2002:AE3825
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag in het recht van schenking en de waardering van lasten in de akte van schenking
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van Stichting X tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, die betrekking heeft op een aanslag in het recht van schenking. De belanghebbende, Stichting X, ontving een aanslag van f 4851 op een verkrijging van f 44.100, welke aanslag door de Inspecteur werd gehandhaafd na bezwaar. Het Hof verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond en verlaagde de aanslag tot f 4793. Tegen deze uitspraak heeft de belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad behandelt de vraag of de last die in de akte van schenking is opgenomen, moet worden gewaardeerd op hetzelfde bedrag als dat van de verkrijging. De schenker, B, had een lijfrente geschonken met een looptijd van vijf jaar, en de belanghebbende stelde dat deze last in aftrek moet komen op het verkregene. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat de derden die door de schenker zijn aangewezen, krachtens een derdenbeding verkrijgen. Dit betekent dat de belanghebbende als verkrijger van de tijdelijke lijfrente moet worden beschouwd, zolang er geen aanvaarding door de derde is.
De Hoge Raad concludeert dat het standpunt van de belanghebbende niet kan worden aanvaard, omdat er geen bewijs is dat de derden de gelden van de schenking hebben aanvaard. De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is uitgesproken op 7 juni 2002 door de vice-president en andere raadsheren in het openbaar.