ECLI:NL:HR:2002:AE3572
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen vrijspraak en veroordeling voor overtreding van zorgplicht voor gevaarlijk dier
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 19 oktober 2000 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte was eerder vrijgesproken van een primair tenlastegelegd misdrijf, maar werd wel veroordeeld voor een subsidiaire overtreding, namelijk het niet voldoende zorg dragen voor een gevaarlijk dier. De Hoge Raad behandelt het cassatieberoep, waarbij de plaatsvervangend Procureur-Generaal Fokkens concludeert dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het cassatieberoep. De Hoge Raad overweegt dat op basis van artikel 68 (oud) van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen cassatieberoep openstaat tegen een arrest van een gerechtshof voor overtredingen, tenzij er een straf of maatregel is opgelegd die hoger is dan een geldboete van vijfhonderd gulden. Aangezien de verdachte enkel een geldboete van ƒ 250,-- is opgelegd, is er geen grond voor ontvankelijkheid van het cassatieberoep. De Hoge Raad verklaart de verdachte dan ook niet-ontvankelijk in het cassatieberoep. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en is uitgesproken op 25 juni 2002.