ECLI:NL:HR:2002:AE2345
Hoge Raad
- Cassatie
- G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- C.H.M. Jansen
- H.A.M. Aaftink
- A.G. Pos
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Huurprijsbepaling en cassatie in huurgeschil tussen verhuurder en huurder
In deze zaak gaat het om een huurprijsbepaling in een geschil tussen een verhuurder, aangeduid als [eiser], en een huurder, aangeduid als [verweerster]. De huurovereenkomst voor de bedrijfsruimte aan de [a-straat 1] te [plaats] is op 1 oktober 1984 aangegaan en is sindsdien meerdere keren verlengd. De huurder heeft de huurprijs in reconventie verlaagd, terwijl de verhuurder een hogere huurprijs vorderde. De Kantonrechter heeft in 1999 de huurprijs vastgesteld op ƒ 227.414,-- per jaar, exclusief BTW, en de vorderingen van de verhuurder afgewezen. De verhuurder heeft hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Rotterdam, die de eerdere vonnissen heeft bekrachtigd en de verhuurder veroordeeld tot betaling van ƒ 169.172,83 aan de huurder.
De verhuurder heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de Rechtbank een fout heeft gemaakt in haar beoordeling van de huurprijs. De Hoge Raad heeft het vonnis van de Rechtbank vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens is de huurder veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Dit arrest benadrukt de noodzaak van zorgvuldige beoordeling van huurprijsvergelijkingen en de rol van de Bedrijfshuuradviescommissie in dergelijke geschillen.