ECLI:NL:HR:2002:AE1186
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Groningen inzake rechtshulpverzoek en inbeslagname
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Groningen, gedateerd 13 december 2000, waarin de klager niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn klaagschrift. Dit klaagschrift was ingediend naar aanleiding van een rechtshulpverzoek uit Duitsland, waarbij de klager, geboren in 1955 en woonachtig in Duitsland, betrokken was als directeur van een bedrijf dat werd onderzocht wegens medeplichtigheid aan belastingontduiking. De Nederlandse autoriteiten ontvingen een verzoek om rechtshulp, waarna de Rechter-Commissaris in Groningen een vordering tot uitlevering van bepaalde documenten aan de ABN AMRO Bank deed. De rechtbank oordeelde dat de klager geen zakelijk recht had op de inbeslaggenomen stukken en daarom niet als belanghebbende kon worden aangemerkt onder artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. De klager had het klaagschrift ingediend voordat het verlof tot uitlevering was verleend, wat volgens de rechtbank geen materiële gevolgen had voor de niet-ontvankelijkheid van de klager. De Hoge Raad oordeelde dat de klager wel degelijk belang had bij de toetsing van de rechtshulp en dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de klager geen belanghebbende was. De Hoge Raad verwerpt echter het beroep, omdat de beschikking van de rechtbank van 26 september 2000, die het verlof tot uitlevering verleende, onherroepelijk was geworden. De middelen van de klager behoeven geen verdere bespreking, en de Hoge Raad bevestigt de beslissing van de rechtbank.