ECLI:NL:HR:2002:AD9487
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam inzake rechtshulpverzoek van Spaanse autoriteiten
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam, die op 18 juli 2000 een vordering van de Officier van Justitie heeft toegewezen. Deze vordering was gedaan in het kader van een rechtshulpverzoek van de Spaanse autoriteiten, waarbij de rechtbank verlof verleende om inbeslaggenomen voorwerpen ter beschikking te stellen aan de Spaanse autoriteiten. De betrokkene, die in Spanje woont, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. J.M. Sjöcrona. De advocaat heeft een middel van cassatie voorgesteld, maar de Advocaat-Generaal Fokkens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak draait om de vraag of de rechtbank terecht het verzoek om aanhouding van de behandeling op 11 juli 2000 heeft afgewezen. De betrokkene was niet ter zitting verschenen, ondanks dat hij behoorlijk was opgeroepen. De rechtbank oordeelde dat de redenen voor zijn afwezigheid, zoals aangevoerd door zijn advocaat, niet voldoende waren om de behandeling aan te houden. De rechtbank vond dat de betrokkene voldoende tijd had gehad om zich voor te bereiden en dat zijn afwezigheid niet het gevolg was van een objectieve belemmering.
De Hoge Raad heeft de beschikking van de rechtbank bevestigd en het beroep verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank het verzoek om aanhouding op toereikende gronden had afgewezen en dat het middel van de betrokkene niet tot cassatie kon leiden. De beslissing van de Hoge Raad werd uitgesproken op 14 mei 2002, waarbij de vice-president en twee raadsheren aanwezig waren.