ECLI:NL:HR:2002:AD7357
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie van een vordering tot schadevergoeding tegen de Staat der Nederlanden
In deze zaak heeft eiser tot cassatie, aangeduid als [eiser], de Staat der Nederlanden gedagvaard voor de Rechtbank te 's-Gravenhage op 4 november 1996. Eiser vorderde een schadevergoeding van ƒ 1.009.023,13, bestaande uit immateriële en materiële schade, plus de kosten van juridische bijstand, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding. De Staat heeft de vorderingen bestreden, waarna de Rechtbank op 12 november 1997 de vorderingen afwees. Eiser ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 11 mei 2000 het vonnis van de Rechtbank bekrachtigde. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het Hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld, waarbij de Staat geconcludeerd heeft tot verwerping van het beroep. De zaak is toegelicht door de advocaten van beide partijen. De Advocaat-Generaal F.F. Lange-meijer heeft ook geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 15 februari 2002 het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 4.314,18 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. Het arrest is gewezen door vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers en P.C. Kop, en openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein.