ECLI:NL:HR:2002:AD7348
Hoge Raad
- Cassatie
- C.H.M. Jansen
- A.G. Pos
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding op basis van niet-nakoming van overeenkomst
In deze zaak heeft Jachtwerf Rimare B.V. (hierna: Rimare) eisers tot cassatie, aangeduid als [eiser] c.s., gedagvaard voor de Rechtbank te Leeuwarden. Rimare vorderde een schadevergoeding, die zou moeten worden vastgesteld bij staat, en vermeerderen met wettelijke rente vanaf 29 maart 1993. De Rechtbank heeft de vordering op 30 juli 1997 afgewezen. Rimare heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Leeuwarden, waar zij de oorspronkelijke vordering opnieuw heeft ingediend en tevens heeft verzocht om een verklaring over de schade wegens gederfde provisie.
Het Gerechtshof heeft op 23 februari 2000 het vonnis van de Rechtbank vernietigd en [eiser] c.s. hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de schade die Rimare had geleden door gemaakte advertentiekosten en andere uitgaven, met wettelijke rente. [Eiser] c.s. hebben vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld, waarbij de Procureur-Generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft op 22 februari 2002 het arrest van het Gerechtshof vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens is Rimare veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 323,43 aan verschotten en € 1.590,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat het Gerechtshof zijn beslissing had gebaseerd op een grondslag die niet in de processtukken was opgenomen, wat in strijd was met de wet. Dit leidde tot de vernietiging van het eerdere arrest en de verwijzing van de zaak.