ECLI:NL:HR:2002:AD6624
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- H.A.M Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen Gemeente Amsterdam inzake levering gepachte grond
In deze zaak hebben eisers tot cassatie, [Eiser 1] en [Eiser 2], de Gemeente Amsterdam gedagvaard voor de Rechtbank te Amsterdam. De eisers vorderden de Gemeente te veroordelen tot medewerking aan de levering van de door hen gepachte grond, primair op basis van een overeenkomst die tot stand was gekomen met de aanvaarding van een aanbod van 7 september 1981, en subsidiair als schadevergoeding wegens onrechtmatige daad. De Gemeente heeft de vordering bestreden, waarna de Rechtbank op 14 januari 1999 het gevorderde heeft afgewezen. Eisers hebben hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 23 december 1999 het vonnis van de Rechtbank heeft bekrachtigd.
Tegen dit arrest hebben eisers cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld, waarbij de Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Advocaat-Generaal C.L. de Vries Lentsch-Kostense heeft in zijn conclusie ook tot verwerping van het beroep geadviseerd. De Hoge Raad heeft op 15 februari 2002 het beroep verworpen en eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 286,88 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.