ECLI:NL:HR:2001:ZC3645
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- H.A.M. Aaftink
- P.C. Kop
- W.H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Cassatie van Ballast Nedam tegen B & G Staalconstructie over schadevergoeding en kostenveroordeling
In deze zaak heeft Ballast Nedam Construction International B.V. (hierna: Ballast Nedam) op 30 oktober 1987 B & G Staalconstructie B.V. (hierna: B & G) gedagvaard voor de Rechtbank te 's-Hertogenbosch. Ballast Nedam vorderde een schadevergoeding van ƒ 487.605,--, vermeerderd met wettelijke rente en additionele schade. B & G heeft in een incidentele conclusie tot vrijwaring Sigma Coating B.V., Staalstraal Brabant B.V. en B.V. Rotterdamsch Zandstraal- en Schildersbedrijf opgeroepen. De Rechtbank heeft op 4 november 1988 de oproeping in vrijwaring toegestaan en de hoofdzaak naar de rol verwezen. Na verschillende vonnissen, waaronder een tussenvonnis van 16 juli 1993, heeft de Rechtbank op 5 juli 1996 de vordering van Ballast Nedam afgewezen en haar in de kosten veroordeeld. Ballast Nedam heeft hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 20 mei 1999 de vonnissen van de Rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft Ballast Nedam cassatie ingesteld, waarop B & G incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal A.S. Hartkamp strekte tot verwerping van het principale beroep en tot vernietiging van de kostenveroordeling in het incidentele beroep. De Hoge Raad heeft in het principale beroep het beroep verworpen en Ballast Nedam in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. In het incidentele beroep heeft de Hoge Raad het arrest van het Hof vernietigd voor zover het de kostenveroordeling betreft en Ballast Nedam veroordeeld in de kosten van de vrijwaringsprocedure. De kosten van de deskundige zijn ten laste van het door Ballast Nedam gedeponeerde voorschot gebracht.