ECLI:NL:HR:2001:AD7584
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof inzake aanslag ingezetenenomslag waterschap Westfriesland
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbende X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 11 oktober 2000, nr. BK-00/00116, betreffende een aanslag in de ingezetenenomslag voor het jaar 1995, opgelegd door het waterschap Westfriesland. De aanslag bedroeg ƒ 68 en werd na bezwaar door het Hoofd van de afdeling Heffing van de Dienst Centrale Omslagheffing gehandhaafd. Belanghebbende heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld bij het Gerechtshof, dat de uitspraak van het Hoofd heeft bevestigd. Deze bevestiging leidde tot het cassatieberoep bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de eerdere uitspraken van het Gerechtshof en het Hoofd in stand laat.
Daarnaast heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten moet dragen. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 21 december 2001, waarbij de vice-president E. Korthals Altes als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren D.H. Beukenhorst en L. Monné, en in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma.