ECLI:NL:HR:2001:AD7141
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- L. Monné
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1993
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 10 juli 2000, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1993. De aanslag was opgelegd van nihil, met verrekening van voorheffingen. Na bezwaar tegen deze aanslag, heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd. Belanghebbende is vervolgens in beroep gegaan bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur heeft bevestigd. Hierop heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de klacht van belanghebbende beoordeeld. Belanghebbende stelde dat het Hof de uitspraak van de Inspecteur had moeten vernietigen, omdat deze het bezwaar niet-ontvankelijk had moeten verklaren. De Hoge Raad oordeelt echter dat de klacht faalt. Het Hof heeft terecht de uitspraak van de Inspecteur bevestigd, waarbij de aan belanghebbende opgelegde aanslag van nihil is gehandhaafd. De Hoge Raad verduidelijkt dat door de handhaving van de aanslag alleen het bedrag van de verschuldigde belasting vaststaat, maar niet de hoogte van het belastbare inkomen over 1993. Dit kan aan de orde worden gesteld bij een eventueel bezwaar tegen latere beschikkingen of aanslagen.
De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten en verklaart het beroep ongegrond. Dit arrest is uitgesproken op 14 december 2001 door de vice-president E. Korthals Altes, samen met de raadsheren L. Monné en A.R. Leemreis, in aanwezigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma.