ECLI:NL:HR:2001:AD6831
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H.J. Mijnssen
- R. Herrmann
- H.A.M. Aaftink
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Cassatie over adreswijziging in gemeentelijke basisadministratie
In deze zaak gaat het om een geschil tussen het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Ferwerderadiel en een verzoeker, [verweerder], die een adreswijziging heeft aangevraagd. Op 10 januari 2000 diende [verweerder] een beroepschrift in bij de Rechtbank te Leeuwarden tegen de beslissing van het college van b & w van 30 november 1999, waarin het college weigerde gevolg te geven aan de aangifte van adreswijziging van [verweerder] van 6 oktober 1999. De Rechtbank wees het verzoek van [verweerder] af op 23 maart 2000. Hierop volgde hoger beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, die het beroepschrift doorstuurde naar het Gerechtshof te Leeuwarden. Het Hof vernietigde op 10 januari 2001 de beschikking van de Rechtbank en beval de gemeente om [verweerder] in de gemeentelijke basisadministratie als (brief)adres op te nemen op een nieuw adres.
Tegen deze beschikking van het Hof stelden het college van b & w en een tweede verzoeker, [verzoeker 2], beroep in cassatie in. [verweerder] verzocht om niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep van het college en [verzoeker 2]. De Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent adviseerde tot vernietiging van de bestreden beschikking en bekrachtiging van de beschikking van de rechtbank.
De Hoge Raad oordeelde dat de instemming van degene bij wie het briefadres wordt gehouden, noodzakelijk is voor de geldigheid van de adreswijziging. Aangezien [verzoeker 2] niet als belanghebbende was opgeroepen en geen schriftelijke verklaring van instemming had gegeven, kon de beschikking van de Rechtbank niet worden vernietigd. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het Gerechtshof en bekrachtigde de beschikking van de Rechtbank.