ECLI:NL:HR:2001:AD6774
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de uitspraak van het Hof inzake de aanslag inkomstenbelasting en de heffing over lijfrentepremies
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die betrekking heeft op een aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 1994. De belanghebbende had een aanslag opgelegd gekregen naar een belastbaar binnenlands inkomen van f 20.600, welke aanslag na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. Het Hof vernietigde deze uitspraak en verminderde de aanslag tot nihil. De Staatssecretaris ging in cassatie tegen deze beslissing.
De Hoge Raad oordeelt dat de heffing ter gelegenheid van de afkoop van een lijfrente wezenlijk afwijkt van de heffing over de afkoopsom zelf. De wetgever heeft bepaald dat de aftrek van premies alleen verleend wordt onder de voorwaarde dat de overeenkomst niet wordt gewijzigd of beëindigd. De Hoge Raad concludeert dat de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven, omdat deze niet in overeenstemming is met de wetgeving en de doelstellingen van het belastingverdrag tussen Nederland en Hongarije.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en de uitspraak van de Inspecteur, en vermindert de aanslag tot f 1034. De proceskosten worden niet toegewezen, omdat de Hoge Raad geen termen aanwezig acht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is op 7 december 2001 vastgesteld en openbaar uitgesproken.