ECLI:NL:HR:2001:AD4525
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over rechtmatigheid waterschapsomslag en toegroeiregeling
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 13 november 1998, betreffende aanslagen in de waterschapsomslag van het waterschap Noorderzijlvest voor het jaar 1995. De belanghebbende had op één aanslagbiljet verenigde aanslagen opgelegd gekregen tot een totaalbedrag van f 7.146. Het dagelijks bestuur van het waterschap verklaarde het bezwaar van belanghebbende ongegrond, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van het dagelijks bestuur, waarop belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad behandelt de middelen van cassatie, waarbij de eerste twee middelen betrekking hebben op de zogenoemde toegroeiregeling, die was vastgelegd in de bijzondere reglementen van de waterschappen Westerkwartier en Hunsingo. Deze regeling verleende gedurende bepaalde jaren een gedeeltelijke vrijdom van lasten voor eigendommen in het voormalige waterschap Reitdiep, maar verviel per 1 januari 1995. De Hoge Raad oordeelt dat de wens van belanghebbende om vast te houden aan deze regeling in strijd is met de Waterschapswet. De Hoge Raad concludeert dat het Waterschap niet verplicht was om voor 1 januari 1995 een regeling te treffen en dat de rechtmatigheid van de waterschapsomslag voor het jaar 1995 niet in twijfel kan worden getrokken.
De overige middelen worden eveneens verworpen, omdat deze niet leiden tot cassatie. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van belanghebbende, waarmee de uitspraak van het Hof in stand blijft.