ECLI:NL:HR:2001:AD3560
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- D.G. van Vliet
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag loonbelasting en werkkleding
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag in de loonbelasting/premie volksverzekeringen die aan belanghebbende, X N.V., is opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 1993 tot en met 31 december 1997. De aanslag bedraagt f 148.022 aan enkelvoudige belasting en premie, met een verhoging van honderd procent, waarvan de Inspecteur bij het vaststellen van de aanslag kwijtschelding heeft verleend tot 25%. Na bezwaar van belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag en de verhoging gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof heeft de aanslag verminderd, maar belanghebbende ging in cassatie tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad beoordeelt de middelen van cassatie. Middel 2, dat zich richt tegen de uitleg van werkkleding volgens het Hof, wordt gegrond verklaard, maar leidt niet tot cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat de door het Hof aangelegde maatstaf voor werkkleding te streng is, maar dat de kleding in kwestie niet als werkkleding kan worden aangemerkt omdat deze ook geschikt is voor normaal dagelijks gebruik. Middel 1, dat zich richt tegen het oordeel over het vertrouwensbeginsel, wordt eveneens gegrond verklaard, maar leidt niet tot cassatie. De Hoge Raad stelt vast dat de belanghebbende niet het gerechtvaardigde vertrouwen heeft kunnen ontlenen aan eerdere uitlatingen van de belastingadministratie.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten, en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende. Dit arrest is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, en openbaar uitgesproken op 21 september 2001.